Sociale en technologische innovatie moeten gelijke tred houden

We spraken met Ber Damen, Chief Operating Officer van adviesbureau Berenschot. Smart Industry is een technologie-intensieve ontwikkeling, maar veel meer dan alleen de ingebruikname van een machine of nieuwe software. De transitie naar slimmer werken wordt gezien als een noodzakelijke strategische keuze met impact op verschillende aspecten van de bedrijfsvoering.Die vragen om een andere manier van werken, zowel intern in de eigen organisatie als bij samenwerking in de keten. “Zo wordt het succes van innovatie voor driekwart door niet-technologische factoren bepaald”, stelt Damen, verwijzend naar onderzoek van hoogleraar Henk Volberba. De mens speelt een belangrijkere rol dan weleens wordt aangenomen. Wat die mens dan moet doen?

Vooral gauw aan de slag gaan zonder te verzanden in langdradige planmakerij, aldus Damen. Te beginnen door te kijken waar in de organisatie de ideeën en het enthousiasme voor verandering zitten en door die mensen bij elkaar te brengen. “Creëer een platform voor experimenteerruimte waar vrijheid is voor nieuwe ontwikkelingen. Echt ruimte geven om te experimenteren is een belangrijke succesfactor.

Lef hebben om een nieuwe oplossing te integreren in het bedrijf is ook zo’n  belangrijke factor voor succes. Zorg daarbij wel dat de innovatie niet dood slaat als je het naar binnen haalt. De passie van vernieuwing in de oude wetten van bureaucratie of in de huidige werk- en managementprocessen proberen te stoppen is vaak lastig. Wil je daarvoor waken dan kun je innovaties ook buiten de bestaande organisatie plaatsen en ze daar verder laten groeien.”

Datagedreven

Ook samenwerking blijkt een sleutelwoord. “Zoek hulp bij elkaar, anderen weten weer andere dingen dan jij, zodat je elkaar kunt aanvullen.” Hij wijst daarbij op de innovatieclusters die ons land rijk is. Die fungeren als een goede informatiebron en stimulans om samen tot nieuwe inzichten te komen. “De Nederlandse overheid doet dat goed naar mijn idee. Daar zijn we als Nederlanders ook alert op.”

Een andere belangrijke pijler is meer datagedreven te sturen. Veel organisaties weten niet hoe ze dat in hun voordeel moeten gebruiken.

Een andere belangrijke pijler is meer datagedreven te sturen. Hoewel dit credo al enige jaren klinkt, blijkt er nog steeds terrein te winnen. “In veel organisaties is men zich er inmiddels van bewust dat ze beschikken over een schat aan informatie, maar weten ze niet hoe ze die in hun voordeel moeten gebruiken. Vaak heeft dat ermee te maken dat de data verspreid is door de organisatie.

Waarbij systemen niet, of niet goed, met elkaar communiceren en diepgaande zoekopdrachten dus niet mogelijk zijn”, aldus Damen. Hier ligt de oplossing volgens hem wel in de technologie. Maar dat toont tegelijkertijd aan dat technologie ondersteunend dient te zijn aan de bedrijfsdoelen.

Versnelling realiseren

Net zozeer zal technologie businessmodellen en daarmee organisatievormen veranderen. Damen noemt service en onderhoud als voorbeeld. “Wat als we voor onderhoud de reserve onderdelen niet meer op voorraad hoeven te houden, maar  op locatie, thuis of direct naast de productielijn, kunnen 3D-printen? Wat doet dat met jou als leverancier?

Je zult niet in je huidige ondernemingsvorm kunnen blijven.” Een soortgelijke ontwikkeling begint zich af te tekenen in de kennisindustrie, vervolgt hij. “Kennis wordt minder onderscheidend. De toegevoegde waarde is data te kunnen interpreteren en zo kennis sneller te kunnen ontwikkelen en benutten om verbetering of versnelling te realiseren.”

Belangrijk om rekening mee te houden is dat een one size fits all-aanpak al lang niet meer werkt, stelt Damen. Standaardisatie maakt plaats voor maatwerk. “Kijk daarom welke niche bij jouw bedrijf past. En begin daar dan ook daadwerkelijk mee. Ik zie nog te vaak terughoudendheid in de boardroom. Dat houdt experimenten tegen.” Hoe groot het verschil kan zijn wanneer dit wel goed aangepakt wordt, blijkt volgens Damen onder andere uit de auto-industrie waar fabrieken volledig geautomatiseerd en gerobotiseerd werken.

“Daar komt bijna niemand meer binnen. Er zijn een paar mensen nodig die de productie in de gaten houden. Dit geeft enerzijds een verschuiving naar nieuwe rollen: opzetten, inregelen, monitoring, maintenance, trouble shooting. Maar anderzijds ook een andere focus voor medewerkers die zich meer richten op het verbeteren van de producten of het ontwikkelen van hele nieuwe diensten. Dat kan alleen als sociale en technologische innovatie gelijke tred houden.”

DIGITALE REVOLUTIE

In 1937 schreef Roald Coase op 26-jarige leeftijd zijn toonaangevende “The Nature of the Firm”. Zijn voornaamste inzicht was dat wij ons centraal organiseren omdat wij zo de kosten van transacties minimaliseren. Maar is dit nog wel het geval? Een samenkomst van technologische en sociale innovaties heeft de afgelopen 10 jaar geleid tot een Digitale Revolutie. Dit brengt mogelijkheden voor decentrale organisatie, van ontwikkeling tot productie. Deze revolutie kent vele namen, maar wordt in Europa “Industry 4.0” genoemd.