Nieuwe industrie vraagt om flexibiliteit, ook in financiering
Smart Industry-ontwikkelingen zijn eigenlijk niets nieuws en al decennia lang aan de gang. Het zit immers in de genen van Nederlandse ondernemers om steeds slimmer te produceren. Het hedendaagse momentum is er echter omdat ontwikkelingen zich op een bijzonder hoog tempo afspelen.
Zo geeft globalisering steeds meer transparantie, waardoor de prijs sneller een uitdaging is en wordt de gemiddelde levensduur van marktleiders steeds kleiner. Tel daarbij op, dat de aan beleving verslaafd geraakte, consument met behulp van technologie ook een stuk mondiger is dan voorheen, en het is duidelijk dat bedrijven een stuk flexibeler moeten zijn, schetst Kranenburg.
“Ondernemers beseffen dat ze iets moeten doen, dat hun volgende machines wel connected moeten zijn. Maar vaak ontbreekt het nog aan een strategische aanpak”, stelt Kranenburg. “En een sterke strategie is juist essentieel om de concurrent voor te blijven, gezien de hoge snelheid waarmee de industrie zich nu ontwikkelt.”
Taskforce Smart Industry
Om die reden heeft de bank dan ook vier fases ontwikkeld, die houvast bieden bij de transitie naar Smart Industry: impact bepalen, kennis opdoen, experimenteren en businesscases opstarten. Zo ontstaat er op een praktische manier een roadmap die bedrijven toekomstbestendig moet maken.
Zodat er meer focus komt maar waarbij er niet blindgestaard moet worden op hardware.
Kranenburg ziet daarbij heil in het oprichten van een ‘taskforce Smart Industry’ binnen het bedrijf, zodat medewerkers ook het belang inzien en er meer focus komt maar waarbij er niet blindgestaard moet worden op hardware. “Businesscases hebben vaak elementen in zich die gericht zijn op online en communicatieve aspecten.
Bijvoorbeeld hoe je anders om moet gaan met de klantvraag of hoe je gezamenlijk voorraad kunt houden met partners. Software speelt daarin een hoofdrol. ”Wat ook niet per definitie om hoge investeringen vraagt”, aldus Kranenburg, verwijzend naar een masterclass die hij over dit onderwerp verzorgt, waarin wordt ingegaan op de effecten van Smart Industry op businessmodellen.
Flexibiliteit van ondernemers
Een zichtbaar gevolg van de ontwikkelingen is dat productieketens veranderen, waarin ieder bedrijf zijn specialiteit heeft. Die niet langer in een rechte lijn opereren, maar meer als een wolk van onder andere gevestigde bedrijven, startups, incubators en onderwijsinstellingen.
De ontwikkelingen kunnen grote impact hebben. “Wat gebeurt er als je belangrijkste USP wegvalt? Of wanneer 3D-printing CNC draaibanken overbodig maakt? Dit vraagt flexibiliteit van ondernemers.”
Stapelen van financiering
Die flexibiliteit is ook nodig in financiering. De jonge ervaring leert volgens Kranenburg in ieder geval dat het stapelen van financiering werkt. Behalve bancaire leningen ook gebruikmaken van lease, private investeerders, crowd funding en innovatieregelingen bijvoorbeeld. De rol van de bank verschuift hiermee volgens Kranenburg naar die van financieel regisseur, die tussen vraag en aanbod opereert.
Die op zijn beurt ook met verschillende bedrijven samenwerkt. “Vanuit de ervaringen die bestaande fieldlabs hebben opgedaan, komen we samen met partners tot ‘smart finance’ oplossingen, zoals flexibele lease-oplossingen. Zo is het gelukt om een 3D-printer te financieren voor een samenwerkingsverband zonder dat er op voorhand een kasstroom was”, aldus de sectormanager.
Een nieuwe ontwikkeling is een vorm van peer-to-peer-lending, waarbij MKB-ers geld kunnen lenen van vermogende particuliere klanten. “Het financiële landschap is erg versnipperd. Terwijl je ondernemers één pakket wilt aanbieden. Zo’n platform kan daarbij helpen. Maar slimme financiering vraagt ook wel iets van ondernemers. Net als bij de transitie naar Smart Industry kun je ook hier niet achterover leunen. Het draait allemaal om samenwerking.”