Een slimme aanpak vraagt om meer dan technologie alleen

Industriële bedrijven die succesvol zijn in de nieuwe economie hebben volgens Mulders drie dingen gemeen: ze zijn nieuwsgierig naar wat nieuwe technologie hen kan brengen, ontwikkelen nieuwe diensten die waarde toevoegen en richten zich sterk op de gebruikersbehoefte.

“Belangrijk is dat je met nieuwe technologie concrete problemen voor je klant oplost. Dat kunnen zowel interne als externe klanten zijn.” Hoewel hiermee druk wordt geëxperimenteerd, blijven er kansen liggen doordat initiatieven te veel op zichzelf staan, vervolgt hij. Zowel vlot beginnen als nadenken over de achterliggende strategie is nodig. “Dat klinkt wat tegenstrijdig, maar dat is het niet: start zo snel mogelijk en zorg dat het een vervolg krijgt.”

Data

Daarbij blijkt het aan te raden om in drie fasen te werken. De eerste fase – door Mulders samengevat als show don’t tell – richt zich vooral op het laaghangende fruit, een aantal projecten dat met beperkte inspanningen grote effecten behaalt. “Dergelijke projecten kun je heel efficiënt opzetten en er snel resultaat mee boeken. Zodat je momentum creëert richting anderen in het bedrijf.”

Zowel vlot beginnen als nadenken over de achterliggende strategie is nodig.

Hierna, fase twee, is het nodig om vast te stellen welke competenties nodig zijn om de nieuwe oplossingen daadwerkelijk in te kunnen invoeren. “Vraag je af waar je organisatie staat, hoe digitaal je bent. De rol en de betekenis van data is daarbij cruciaal.

Dat zien we keer op keer terug bij succesvolle bedrijven. Die investeren zelf of halen het van buiten.” Wat ook de groeiende vraag naar data-wetenschappers verklaart. “In steeds meer machines zitten sensors die data genereren. Al deze informatie moet worden verzameld, geanalyseerd en bewaakt. Hoe goed je dit in orde hebt, is bepalend voor je succes.”

3D-printing

Afsluitend, de derde fase, draait om de zorg voor een goed ecosysteem, waarin de juiste partners worden betrokken. Bijvoorbeeld klanten en leveranciers. “De grootste winst is te behalen door de gehele waardeketen bij projecten te betrekken”, zegt Mulders.

Zoals zijn firma deed bij predictive maintenance in de railinfra. “Onderhoud is in die kapitaalintensieve industrie veel beter te voorspellen. Met grote voordelen voor de klant: er zullen immers minder treinen door uitvallen. Dat kan echter alleen als er input wordt geleverd door alle betrokkenen.”

De grootste winst is te behalen door de gehele waardeketen bij projecten te betrekken.

Daarnaast liggen er voor de industrie kansen in 3D-printen. Waarbij Mulders verwijst naar het model dat PwC ontwikkelde om vast te stellen of deze technologie interessant is voor specifieke bedrijven. Het kan een oplossing zijn voor de grote noodzaak in de maakindustrie om efficiëntie in waardeketen te verhogen en kosten te verlagen. “Op bestelling printen zorgt voor minder kosten in warehousing.

Een bestand versturen in plaats van een product, verlaagt logistieke kosten en maakt bedrijven flexibeler in waar ze produceren. ING meldde onlangs dan ook al dat 3D-printing een enorme invloed zal hebben op de hoeveelheid vervoersbewegingen.”

Koplopers

Samenvattend moeten volgens Mulders de businesswereld en techwereld beter bij elkaar gebracht worden, om te praten over concrete verbeteringen. “Als ik met businessmanagers praat over hoe zaken sneller, slimmer en flexibeler kunnen, is dat een heel ander gesprek dan dat we gelijk bij de technologie beginnen.” Hiervoor is ook meer aandacht nodig in de boardroom, merkt hij. “Er is nog te weinig ervaring en kennis van de mogelijkheden.

Terwijl industrieën die dit op boardroomniveau oppakken, zoals in de financiële sector al gebeurt, meters maken. Bij uitstek in een wereldwijde markt, met meer klanten, maar ook meer concurrentie.”

Over de drempel stappen en slim aan de slag gaan met projecten, wordt volgens Mulders steeds urgenter. Ontwikkelingen in de markt laten immers zien dat we in een wereld leven waarin koplopers een steeds groter deel van de markt in handen krijgen. Maar ook die zullen weer uitgedaagd worden door nieuwe initiatieven. “De transitie die we nu doormaken, vraagt om ondernemerschap. Dat begint ermee dat je geen genoegen neemt met de status quo.”