osteosynthese verwijderen

Wat is osteosynthese? Wanneer wordt het gebruikt, wanneer wordt het verwijderd en hoe herstel je?

Wat is de betekenis van osteosynthese?

osteosynthese materiaal voet

Wanneer een bot gebroken is, moeten de gebroken delen van het oorspronkelijke bot weer op hun juiste plaats teruggezet worden en langere tijd bij elkaar gehouden, gefixeerd worden om goed te kunnen genezen. Het proces waarbij botdelen weer op hun plaats gezet worden wordt reductie genoemd.

Er zijn twee manieren om een fractuur te reduceren en te fixeren, open of gesloten.

Het reduceren van een breuk zonder operatie wordt gesloten of externe reductie genoemd.

Wanneer een operatie nodig is, wordt het proces open of inwendige, interne reductie genoemd. Wanneer mechanische hulpmiddelen zoals lijm, pinnen, platen, schroeven of staven worden gebruikt om de botdelen bij elkaar te houden, wordt de ingreep aangeduid met de term osteosynthese.

Wanneer maakt men gebruik van osteosynthese materiaal?

Polsfracturen en fracturen van de enkels zijn de meest voorkomende botbreuken, vooral bij actieve jongeren. Als de botdelen goed uitgelijnd blijven, of uitwendig op hun plaats kunnen worden gemanoeuvreerd, dan is stabilisatie met een gietvorm of een andere uitwendige bevestiging over het algemeen voldoende. Het ouderwetse gipsverband wordt daarbij niet meer ingezet, men zal eerder een polyester verband gebruiken. Dat is lichter en makkelijker te verwerken.

Wanneer de fractuur echter niet goed uitgelijnd is, de botdelen niet goed bij elkaar gebracht kunnen worden door manipulatie, wordt een inwendige osteosynthese aanbevolen. Bij een operatie kunnen tijdelijk schroeven of een combinatie van platen en schroeven rond en in de botdelen worden geplaatst om het geheel te stabiliseren tijdens het genezingsproces. Het bot zal dan rond en met de steun van de aangebrachte onderdelen genezen.

Heupfracturen worden bijna altijd gerepareerd met een osteosynthese. De heup kan op drie plaatsen breken; de femurhals, het smalle gebied waar de kogel en de koker van het gewricht samenkomen; het intertrochanterische gebied, het gedeelte van de heup dat direct onder het kogelgewricht ligt; en het subtrochanterische gebied, het onderste gedeelte van de heup, waar die het bovenbeen bereikt.

Als de fractuur in de femurhals optreedt, kan de chirurg het gewricht volledig vervangen of stabiliseren met chirurgische schroeven. Reparatie heeft de voorkeur bij jongere patiënten of patiënten in goede fysieke conditie, omdat deze patiënten minder last hebben van bijwerkingen en meestal weer volledig actief kunnen zijn als de fractuur goed is genezen.

Heupfracturen die niet voorkomen in de femurhals worden over het algemeen gerepareerd met behulp van platen en schroeven. Ze zijn gemakkelijker te repareren met behulp van osteosynthese dan breuken in de femurhals en vereisen over het algemeen geen heup prothese. Sommige chirurgen gebruiken een metalen plaatje dat langs de buitenkant van de heup wordt geplaatst en met schroeven op zijn plaats wordt gehouden om het bot te stabiliseren. Een andere optie is het gebruik van een lange staaf met gaten die in de schacht van het bot wordt gedreven. Schroeven worden dan door het bot en de gaten in de staaf geplaatst, waardoor het fractuurgebied wordt gestabiliseerd.

Osteosynthese materiaalosteosynthese materiaal been

Chirurgische pennen, platen en schroeven worden vaak gebruikt bij de osteosynthese van botten waarbij gewrichten betrokken zijn. Deze zijn gemaakt van niet magnetische materialen zoals roestvrij staal of titanium. In de meeste gevallen zijn de pinnen tijdelijk en worden ze verwijderd zodra het bot voldoende is genezen. Chirurgische staven en platen kunnen worden verwijderd of blijven zitten, afhankelijk van het type letsel, de plaatsing en de mate van stabilisatie.

Er zijn ook biologisch afbreekbare pennen en ankers ontwikkeld die zullen oplossen naarmate het bot geneest. Deze worden momenteel gemaakt van polymeermaterialen die door het bot kunnen worden geresorbeerd, hoewel er onderzoek wordt gedaan naar het gebruik van chirurgische implantaten van magnesiumlegeringen, die ook in staat zijn tot biologische afbraak in het menselijke lichaam. Een voordeel van het gebruik van deze hulpmiddelen voor osteosynthese is dat ze over het algemeen minder irritatie aan het omringende weefsel veroorzaken dan metaal. Dat een tweede ingreep om de materialen te verwijderen overbodig wordt, is een bijkomend voordeel.

Een enkelbreuk is een van de meest voorkomende verwondingen, al ons gewicht staat of valt immers, vaak letterlijk, op de enkels. Door verdraaien, rollen of buigen kan het bot breken. Mensen gebruiken hun enkels voortdurend om te lopen, te springen of te rennen, en één verkeerde beweging is wat nodig is om het gewricht te ver te duwen. Enkelbreuken ontstaan meestal door vallen, auto-ongelukken of verdraaiing van de enkel. Het enkelgewricht bestaat uit het scheenbeen en het kuitbeen. Er zitten twee malleoli (botuiteinden) op het scheenbeen en één op het kuitbeen. Wanneer een enkel gebroken is, zijn het de malleoli die afbreken. Eén, twee of alle drie de malleoli kunnen gebroken zijn.

Als je je enkel hebt geblesseerd, zullen er een paar veelzeggende tekenen zijn, zeker als er sprake is van meer dan een fractuur. Ten eerste zal er veel pijn zijn en veel zwelling. Het enkelbeen zal gekneusd zijn of merkbaar vervormd, en je zult problemen hebben met het bewegen van je enkel. Je zult geen gewicht op je voet kunnen zetten zonder pijn te voelen, en het gewricht zal teder en pijnlijk aanvoelen.

De meeste enkelbreuken hoeven niet geopereerd te worden, maar als de enkel onstabiel is of de botten niet goed zijn gepositioneerd, moet de fractuur chirurgisch worden gerepareerd. En als er een deel van de enkelbot uit de huid steekt, is er sprake van een open fractuur en ook die fractuur moet geopereerd worden. Als je enkel onstabiel aanvoelt, zijn de botten waarschijnlijk verbrijzeld. Dan moeten ze met pinnen, schroeven en platen weer chirurgisch gepositioneerd en gestabiliseerd worden.

Na een lichamelijk onderzoek door een arts, het bespreken van de medische voorgeschiedenis en het laten maken van röntgenfoto’s, een scan en eventueel aanvullend onderzoek, zal de arts bepalen of een enkeloperatie nodig is. Wanneer de ingreep plaatsvindt, moeten de botfragmenten van de enkel opnieuw worden gepositioneerd in de juiste uitlijning. De chirurg plaatst dan schroeven of metalen platen aan de buitenkant van het bot. Soms wordt er een metalen staafje in het bot geplaatst totdat het genezen is.

Herstel na het verwijderen van osteosynthese materiaal

Elke blessure is anders en elk lichaam geneest in zijn eigen tempo, maar het duurt minstens zes weken voordat je botten genezen zijn. Als je ook gescheurde banden of pezen hebt, zal de genezingstijd langer duren. Na de operatie zult je het been niet meer kunnen bewegen om de genezing een kans te geven en het risico op een nieuwe blessure te vermijden. Regelmatige controles en röntgenfoto’s om te zien hoe het genezingsproces verloopt worden een gewoonte en duren het hele genezingsproces.

Het is tijd om wat gewicht op je voet te zetten wanneer de botten sterk genoeg zijn om het aan te kunnen. Zodra de botten zijn genezen, zal de arts waarschijnlijk voorstellen om de geplaatste pinnen of platen weg te halen bij een tweede ingreep, en te revalideren. Dit is een reeks oefeningen, rekken en strekken bijvoorbeeld die je in staat stellen om weer volledig in beweging te komen en kracht te krijgen in de enkel. Het kan van een paar maanden tot een jaar duren om terug te keren naar volledige functie van de arm of het been.

In een aantal gevallen zal reductie van de botten optreden, de botdelen zijn dan korter. Dit kan het gevolg zijn van versplintering of het verlies of afsterven van een deel van het oorspronkelijke bot bij een dubbele fractuur. Bij fracturen aan de armen zal dit niet zo veel gevolgen hebben, maar bij een beenbreuk of bij een heupfractuur kan dan verkorting va het been optreden. Dit kan men corrigeren door aangepaste schoenen.

Wanneer osteosynthese materiaal verwijderenosteosynthese materiaal heup

Infectie na chirurgische behandeling van fracturen is een complicatie met een aanzienlijke morbiditeit, het kan zelfs de dood tot gevolg hebben. Gevolgen van infecties zijn o.a. vertraagd of helemaal niet optreden van helen van de fractuur. Bacteriën die een biofilm vormen hechten zich aan het lichaamsvreemde materiaal. De biofilm houdt na drie weken het contact tussen het materiaal en antibiotica tegen. De bacteriën kunnen daarna dus niet meer op een klassieke manier behandelt worden. Onderzoek op dit gebied richt zich vooral op infecties rond de geplaatste prothesen, de osteosynthese. De behandelmethode bij het niet verwijderen van de prothesen is het agressief schoonmaken van de onderdelen, een behandeling met antibiotica en het gefaseerd vervangen van de onderdelen.

Bij de osteosynthese is de verwijdering van het implantaat niet als positief ervaren. Vooral omdat de fractuur na her verwijderen vaak weer instabiel wordt. Dit komt vooral door de voortdurende infecties en de reacties van het lichaam daarop. Het ontstaan van de biofilm zorgt er eigenlijk voor dat de geplaatste onderdelen beter op hun plaats kunnen blijven. Het weghalen van de biofilm zal bijna nooit volledig zijn. Daarom zal steeds agressievere en steeds meer antibiotica voorgeschreven moeten worden.

Op steeds meer plaatsen besluit men het implantaat in de meeste gevallen niet te verwijderen. Wanneer de fractuur volledig genezen is en het niet al te ingewikkeld is het implantaat weg te halen kan men daartoe wel overgaan. Ondertussen zullen de artsen medicijnen voorschrijven die de vorming van een biofilm tegengaan, zoals Rifampicine.

Het gefaseerd verwijderen van implantaten of onderdelen daarvan heeft een bijkomend nadeel. De herhaalde chirurgische ingrepen kunnen blijvende schade veroorzaken aan weke delen. Ook het steeds verbonden houden van wonden kan slecht zijn voor het omliggende weefsel, met name voor de huid. Bij dit soort ingrepen wordt daarom vaak weefsel uitgespaard om wonden mee af te dekken. Deze flappen kunnen gehecht worden en daardoor ontstaan kleinere open gebieden.

Verwijderen van osteosynthese materiaal bij een enkelfractuur

De enkel is een ingewikkeld gewricht. Een fractuur die goed gepositioneerd en goed genezen is, zal ondanks dat altijd een zwak punt blijven. Daarom wordt het verwijderen van osteosynthese materiaal uit de enkel sterk afgeraden. Wanneer verwijdering noodzakelijk is, wordt meestal overgegaan tot een enkele ingreep waarbij al het interne osteosynthese materiaal verwijdert wordt.

Verwijderen osteosynthese materiaal in de elleboog
De elleboog is zo mogelijk een nog ingewikkelder gewricht als de enkel. De twee lange botten van de onderarm komen samen met het bot van de bovenarm. Het gewricht is niet alleen in staat tillende bewegingen te maken, het draaiende vermogen van de elleboog mag als nog belangrijker gezien worden.

Het behandelen van fracturen door osteosynthese is daarom een heel precies en gedetailleerd onderdeel van de chirurgie. Het draaiend vermogen van de arm moet natuurlijk bewaard blijven.

Ook het verwijderen van osteosynthese materiaal in de elleboog moet juist daarom zo veel mogelijk beperkt blijven. Bij een herhaalde ingreep is het namelijk mogelijk weer of nog meer schade te veroorzaken dan de oorspronkelijke fractuur.

Bij het behandelen van een patiënt met osteosynthese materiaal in de elleboog zal op de eerste plaats gedacht moeten worden aan het behoud van de geplaatste prothesen. Het behandelen van de nadelige gevolgen daarvan met antibiotica en Rifampicine is de aangewezen behandeling.

Botten zetten en stabiliseren

Het gebruik van materialen om breuken te zetten is al heel lang niet meer beperkt tot boomschors, gipsverband of zelfs polyesterverband. Ook spalken worden alleen nog gebruikt in noodgevallen. Maar we mogen de geschiedenis natuurlijk niet vergeten.

Materialen die eerst zacht en flexibel zijn, maar die later hard worden zijn nog steeds de eerste keus materialen voor het repareren van botbreuken. De belangrijkste persoon bij een botbreuk is dus nog steeds de zogenaamde gipsmeester. Die manipuleert de botdelen tot ze weer in hun oorspronkelijke positie tot elkaar staan en legt het immobiliserende verband aan.
Pas wanneer dat niet werkt, om welke reden dan ook, zou overgegaan moeten worden op een chirurgische ingreep. Het uitvoeren van een operatie voor de operatie zelf moet sterk ontraden worden.