Draagbare kunstnier in ontwikkeling – grote stap vooruit voor nierpatiënten.
Nierdialyse, een omslagtig proces
Bijna iedereen weet dat nierpatiënten aan de nierdialyse moeten om de functie van de nieren te vervangen. Er moeten namelijk vocht en afvalstoffen afgevoerd worden. Het dialyse apparaat heeft ongeveer de grootte van een koelkast en er wordt zeer veel vloeistof in rondgepompt. Nierdialyse is tevens een omslachtig proces. Mensen moeten naar het ziekenhuis. En daar zitten ze dan wel een tijdje aan de dialyse, vaak 3 keer in de week 4 uur lang. Plus het reizen van en naar het ziekenhuis, dus je bent er wel een hele dag mee bezig. Dit is natuurlijk niet erg bevorderlijk voor hun vrijheid en kwaliteit van leven. Het is echt een handenbinder en drukt een enorme stempel op het leven van iemand en zijn of haar partner/gezin. Dat kan dus beter, dachten de medische wetenschappers.
De eerste onderzoeken naar de draagbare kunstnier
Reeds in de jaren ‘70 van de vorige eeuw heeft een arts, Dokter Willem Kolf, getracht om een kleine draagbare kunstnier te ontwikkelen. In dezelfde tijd werkte dokter Eli Friedman ook aan een kleine kunstnier. Beiden werkten op een ander wijze, maar bleken beiden redelijk goed te werken. Dit vormde het uitgangspunt om in 2007 opnieuw te starten met de techniek van tegenwoordig voor de draagbare kunstnier. Hierbij was het de bedoeling dat het apparaat zo klein mogelijk werd, en zo licht mogelijk werd qua gewicht. In opdracht van de nierstichting, en in samenwerking met medische productonwikkelaars, was de eerste versie van de draagbare kunstnier in 2017 gereed voor klinische testen. De draagbare kunstnier is idealiter toch geen op het lichaam draagbaar apparaatje. Je zou denken dat dit wenselijk is, maar het is erg gevaarlijk vanwege de vaattoegang. Het best haalbare nu is het ontwikkelen van een dialyse apparaat wat makkelijk mee te nemen is, ter grote van een handtas en plus minus 10 kg weegt. In de ontwikkeling zijn wel een aantal technische uitdagingen. Het eerste is om een herbruikbaar filter te creëren voor het dialyse apparaat. Ten tweede moet de afvalstof ureum verwijderd kunnen worden uit het dialysaat. Daar zijn verschillende opties voor. Ten derde moeten er verbeteringen komen voor de verwijdering van de overige afvalstoffen. Hiervoor moet goed gekeken worden naar de membranen van de filters. Ten laatste is het letterlijk van levensbelang dat er continue monitoring plaatsvindt van de samenstelling van het dialysaat. Het wordt namelijk continu rondgepompt en het moet daarom wel goed gezuiverd zijn. De elektrolytenbalans moet bijvoorbeeld goed in orde zijn.
Resultaten van de kunstnier
Doorontwikkeling heeft er toch tot geleid dat er straks een draagbare kunstnier van ongeveer 3 kg bestaat. Het apparaat bestaat uit een nieuw soort membraan en recyclingsysteem dat een langere tijd meegaat. Nanotechnologie is de basis hiervan. Het zou hiermee straks het eerste en lichtste systeem worden met een minimale hoeveelheid afval de meest langdurige nierdialyses kan doen. Een heikel punt waar nog goed naar gekeken moet worden is dat mocht er een probleem ontstaan, de kunstnier dit zelf detecteert en kan oplossen. Want het is natuurlijk de bedoeling dat de medische professional afwezig is. De kunstnier moet bijvoorbeeld aan zijn of haar gebruiker een instructie kunnen geven, zodat de patiënt zelf het probleem makkelijk en veilig kan oplossen. Dit computersysteem is in ontwikkeling. De kunstnier kan hiermee ook op afstand bediend worden om druk, bloeddruk, temperatuur, filtratie te kunnen uitlezen met bijvoorbeeld een smartphone en/of website online.
Conclusie en toekomstige aanbevelingen
De (klinische) ontwerpfase, uitvoering en uiteindelijk gebruik van de draagbare kunstnier is behoorlijk ingewikkeld en moet zeer secuur gebeuren. Er wordt als het ware een nieuwe techniek geïmplementeerd bij een complexe medische behandeling als nierdialyse. Het is een stuk hoogstaande medische, technische, biologische en informatica kennis wat samen moet komen in een nieuw product; de draagbare kunstnier. Sinds 2008 is men al bezig met de ontwikkeling. Het testmodel en de prototypen waren in 2017 gereed. Het goede begin is er dus. Vervolgens komen de meest spannende en uitdagende fases van het hele ontwikkelingsproces; de preklinische testen en klinische testen. Hierbij wordt nagegaan of het draagbare kunstnier daadwerkelijk doet bij de patiënt wat hij belooft heeft te doen in de technische ontwikkelingsfase. Als dit allemaal positief bevonden wordt volgt de uiteindelijke certificering (bijvoorbeelde de belangrijke CE-certificering) van de draagbare kunstnier en het op de markt brengen ervan. Het bedrijf dat de de draagbare kunstnier op de markt moet brengen moet tevens verstand hebben, en toegang hebben tot, de markt van patiënten die de nierzorg nodig hebben. Tevens moet dit bedrijf de draagbare kunstnier bij de patiënt, de arts, en het ziekenhuis kunnen brengen en service kunnen verlenen voor de draagbare kunstnier. De fase waarin men nu verkeerd is de fase van het klinische testen. Er is dus al een flinke vordering in het hele proces. Het einde is echter nog niet in zicht.