Luchtvaart heeft regelgeving nodig voor innovatie

Als commercieel financieel directeur van vliegtuigonderhoudsbedrijf Nayak is hij een vurig bepleiter van meer innovatie en samenwerking. Het grootste wapenfeit van het van origine Duitse Nayak is het contract dat met vliegtuigbouwer Boeing is afgesloten. “Boeing biedt als eerste in de sector een leasecontract aan voor de Boeing 787 Dreamliner”, vertelt Morcus. “Dus een vast bedrag per vlieguur inclusief onderhoud.

Wij verzorgen als partner wereldwijd het onderhoud voor Boeing. We streven naar een serviceniveau waarbij de klant niet doorheeft dat er iets wordt uitbesteed. Als je een auto least regelt de leasemaatschappij het onderhoud. Je brengt de auto en je hebt er geen omkijken naar. Met Nayak volgen we dit principe in de luchtvaart om een zo hoog mogelijke inzetbaarheid van vliegtuigen te realiseren. Het proces van vliegen moet zo min mogelijk verstoord worden. Als onafhankelijke partij passen wij het moment van onderhoud aan op wanneer het vliegtuig stilstaat, en niet andersom zoals nu nog vaak gebeurt.”

Radicale innovatie

Als je kijkt naar de resultaten dan maakt de branche volgens Morcus al lange tijd water. “De omzet groeit nauwelijks. Er moet meer worden samengewerkt in de bedrijfskolom”, stelt hij. “In het bijzonder met leveranciers. De keten moet korter. Het zijn dingen die je in andere sectoren wel ziet maar niet in de luchtvaart.”

Een ander interessant punt volgens de ondernemer is de assumptie dat je gebruikers moet betrekken bij de ontwikkeling voor radicale innovaties. Volgens Morcus gaat dat niet op in de praktijk. “Luchtvaartmaatschappijen, groot en klein, roepen al tien jaar dat het brandstofverbruik naar beneden moet. Als je kijkt naar de auto-industrie zie je dat daar in de afgelopen tien jaar zeker zo’n 20 procent brandstofbesparing is gerealiseerd. In de luchtvaart praten we over 5 procent dankzij nieuwe motoren. Daar gaat dus iets fout.

Tijdens mijn studie heb ik hier onderzoek naar gedaan en mijn bevinding was dat in de praktijk de meest radicale innovaties geïnitieerd worden door verscherpte regelgeving. Luchtvaartautoriteiten onderzoeken incidenten en dat resulteert in regelgeving. De industrie innoveert zo radicaler dan als het op eigen initiatief aankomt. De overheid is nu vooral aan het subsidiëren voor innovatie. Dat kan maar dan is de eerste stap weten wat mogelijk is, om dat vervolgens op te leggen aan de industrie. Dan kan de industrie op haar beurt innoveren en de overheid waar nodig financieel ondersteunen.”

Gouden cirkel

Morcus praat als het gaat om de samenwerking tussen de drie partijen over een ‘gouden cirkel’. “Dat is beter dan de bekende driehoek die teveel een afstand tussen de partijen impliceert”, zegt hij. “Kennisinstellingen bepalen in de cirkel wat er mogelijk is in de toekomst, en de overheid duwt de sector naar voren met wet- en regelgeving. Als de kennisinstellingen kun kennis blijven delen in de ontwikkelingsfase is de cirkel weer rond. Binnen de cirkel moeten we beter gaan samenwerken, want de luchtvaart groeit wereldwijd ontzettend hard. Laten we ons daarom als sector niet van elkaar afzonderen, maar ook leren van andere succesvolle sectoren.”