Moderne wetenschap: commercialiseer de kennis

Nederland mag zich een goede speler noemen op het gebied van onderzoek. En ook qua bedrijvigheid doen we niet onder voor veel landen om ons heen. Binnen het topsectorenbeleid is echter al wel erkend dat we nog meer bruggen moeten slaan tussen de wetenschap en het bedrijfsleven. Een kwestie die zeker niet nieuw is, maar de laatste jaren steeds gerichter wordt aangepakt binnen high tech. Hot spots bij universiteiten zorgen voor nieuwe bedrijfjes die relatief snel de markt op kunnen met nieuwe toepassingen. “Uit steeds meer promotie onderzoeken ontstaan businessplannen”, zegt hoogleraar nanotechnologie Dave Blank. Blank is lid van het topteam high tech en wetenschappelijk directeur van MESA+, het instituut voor nanotechnologie aan de Universiteit Twente. “De stimulans van promovendi om hun ideeën te vermarkten is steeds groter. Ze vormen startups die flexibel zijn en in een gat in de markt springen.” Om deze startups de gelegenheid te geven zich te ontwikkelen, kent ons land verschillende hotspots bij technische universiteiten. Plekken waar de juiste infrastructuur aanwezig is om ideeën uit te werken. Gedeelde laboratoria waar verschillende startups naast elkaar innovaties ontwikkelen en vooral ook elkaars expertise kunnen gebruiken. Na een groeifase stromen ze door naar MKB. Blank: “De omvang blijft meestal beperkt. Nieuwe ideeën binnen zo’n mkb worden vaak ondergebracht in nieuwe spin-off bedrijven, om de dynamiek te behouden.”

Marktvraag en werkgelegenheid

Ter illustratie noemt Blank de ontwikkeling van een chip waarmee op eenvoudige wijze, thuis, de hoeveelheid lithium in bloed is te meten. “Bij een te hoge dosis lithium kun je erg ziek worden en het lichaam reageert wisselend op dosissen, dus dat wil je zo nauwlettend mogelijk in de gaten houden. Daarom moest je eerder iedere drie a vier maanden naar het ziekenhuis. Maar dan was het kwaad vaak al geschied.” Mede door interesse van een zorgverzekeraar – die ze dit jaar verstrekt aan al haar cliënten die lithium slikken – is de chip vlot ontwikkeld. En daar bleef het niet bij. “Aangezien de chips toch al bloed meten, was de stap naar een spin-off met glucosemeting niet zo groot. Hetzelfde geldt voor een spin-off die zich richt op de veterinaire wereld.”

Door de juiste koppeling van onderzoeken, marktvraag en ontwikkelmogelijkheden kan het dan ook snel gaan met de bedrijven. Grote winsten zijn volgens Blank niet gelijk aan de orde, het verdiende geld is vaak hard nodig voor verder onderzoek. Duidelijk is volgens hem wel dat deze kleine bedrijven samen voor flink wat werkgelegenheid zorgen. “Sommige gaan binnen een jaar of twee van vier naar twintig personen. Het zijn high risk-ondernemingen, maar ook high gain.”