High tech innovaties vereisen samenwerking
Eind jaren ’90 lagen de R&D-activiteiten van Philips verspreid over Eindhoven. Philips richtte daarom in 1998 de High Tech Campus op: één locatie voor alle nationale R&D-activiteiten. Op het terrein was toen al het Natuurkundig Laboratorium van Philips gevestigd. Vanaf 2003 richtte de campus zich meer op de markt en besloot daarom andere instellingen op de campus toe te laten. Het was de start van de campus als open innovatie campus. “Ik durf te zeggen dat we de eerste open innovatie campus van Nederland zijn”, vertelt Frans Schmetz, Managing Director van High Tech Campus Eindhoven.
Mix van bedrijven
Inmiddels zijn er meer dan 110 bedrijven actief op de campus en werken er zo’n 8.000 mensen. Schmetz: “Meerdere kennisinstituten hebben zich op de campus gevestigd, de verbinding onderwijs en innovatie vinden we zeer belangrijk. Investeringen kun je maar één keer doen, je bereikt meer als je met elkaar samenwerkt. Bedrijven, universiteiten en andere kennisinstellingen doen er gezamenlijk precompetitief onderzoek. Daardoor komen innovaties sneller tot stand en zijn van betere kwaliteit.” De campus herbergt een mix van samenstellingen: van grote internationale bedrijven, innovatieve mkb-bedrijven, onderzoeksinstituten,servicebedrijven en technostarters.
High tech faciliteiten
Uniek zijn de high tech faciliteiten die door alle ‘bewoners’ gebruikt kunnen worden. Schmetz: “Een cleanroom kost bijvoorbeeld miljoenen euro’s om te bouwen. Dat is voor veel bedrijven niet te betalen, daarom kunnen ze op de campus de cleanroom huren of er proeven laten uitvoeren. Dat scheelt enorm in de ontwikkelingsuitgaven.” Daarnaast is er The Strip, het kloppend hart van de campus. Het 400 meter lange gebouw is ontworpen om mensen bij elkaar te brengen en samenwerking en kennisdeling te stimuleren. Alle medewerkers van de campus maken gebruik van de faciliteiten. Er zijn restaurants, cafés, conferentieruimtes, een auditorium. Verder is er een AH to go, bank, kapper en fitness center.
Focus
De focus van de campus richt zich op technische innovatie voor de gezondheidszorg, energie en experience. Schmetz: “Met de gezondheidszorg richten we ons niet op de farmaceutische industrie. Van oorsprong richt de campus zich op de hardware zoals MRI-scanners en CT-scanners. Inmiddels verschuift de innovatie zich meer richting diagnostiek en therapie en ontwikkelen we totaaloplossingen. Bijvoorbeeld op het gebied van oncologie.” Op het gebied van energie richt de campus zich vooral op zonne-energie, zoals flexibele zonnecellen. Experience heeft vooral te maken met de ontwikkeling van slimme omgevingen.
Ontwikkeling
De campus is op dit moment voor zeventig procent ontwikkeld. Schmetz: “Dat betekent dat we nog dertig procent kunnen ontplooien. We zijn momenteel bezig met het realiseren van nieuwbouw , want de campus is vol met de huidige capaciteit en we verwachten over twee jaar een groei van 8.000 naar 10.000 mensen.” Ook heeft Philips de campus verkocht aan een investeringsgroep rond Marcel Boekhoorn. “Dat was nodig om meer internationale bedrijven te kunnen aantrekken. We willen attractief zijn voor buitenlandse kenniswerkers. Als Nederland haar exportpositie wil behouden, moeten we groot blijven in de high tech industrie. De markt voor nieuwe applicaties gaat steeds sneller en de kosten voor ontwikkeling kun je niet meer zelfstandig opbrengen, samenwerken is nodig om een voorsprong te behouden.”