“IT is onmisbaar voor de dagelijkse dienstverlening aan klanten. Het is erg belangrijk om elkaar, de overheid en het bedrijfsleven, te helpen. Binnen het bedrijfsleven doen we dit ook al heel lang. Hoe voorkom je dezelfde valkuilen? Hoe versterk je elkaar? Hoe zit het met privacy en security? Dat moet je bespreken met de overheid erbij.”
“Wij willen de positie van Nederland als de Digital Gateway to Europe verder versterken. Dat kan als de overheid het bedrijfsleven helpt. De Nederlandse economie is na de Britse de meest ICT intensieve van Europa. Die positie willen we verstevigen en dat kan volgens onderzoek rond de vijftien miljard euro opleveren. Maar dan moeten we met het bedrijfsleven – inclusief de MKB-ers – gezamenlijk tot goed beleid komen.”
“Waar staan we nu? Wat kunnen we bereiken? In Nederland is de Belastingdienst sterk gedigitaliseerd – gemeenten ook – maar ieder vak heeft zijn eigen apps en ICT. Internationaal is er een betere koppeling tussen gegevens mogelijk. Dat doen we niet sterk. Wij moeten veel meer standaardiseren. Standaardiseren aan de achterkant en innoveren aan de voorkant. De achterkant moet robuust zijn. Er komt steeds meer IT in het dagelijkse leven. Wij maken met al onze IT inzet, de afhankelijkheid ervan steeds groter. Uitval is dan haast niet meer verantwoord. Dat hebben we eerder ook mogen zien in het spoor en nu recent ook in andere sectoren. Consumenten en bedrijfsprocessen vragen echter om snelle ontwikkeling en flexibiliteit. Dat conflicteert met robuust en betrouwbaar. We kunnen het alleen in combinatie bieden door goed na te denken over hoe we de voorkant en de achterkant van de IT in elkaar zetten. De achterkant goed vastzetten, de flexibele voorkant is dan de verleidelijke kant die de burger ziet.”
“Vroeger draaide het bij het bouwen voornamelijk om de functionaliteit en business cases. Tegenwoordig zie je dat functionaliteit soms moet wijken voor veiligheid. Security by design wordt steeds belangrijker.”
“Klopt, want er is ook veel kritiek, vooral als het misgaat. Met de stormachtige manier waarop de ICT groeit, gaat het weleens fout. Er bestaat geen honderd procent garantie. Als bijvoorbeeld DigiD niet bereikbaar is dan hebben veel mensen daar last van en stromen de reacties binnen. Het is voor ons als sector een leerproces om zo in het middelpunt van de belangstelling te staan.”
“Een wissel stoort weleens. Maar dat er eens iets fout gaat met een computer: hoe kan dat nou? Die acceptatiegraad is laag.“Ik snap de consternatie wel en de mate waarop men klaagt. Wij nemen als overheid elke uitval zeer serieus. Maar om te garanderen dat iets nooit uitvalt is onbetaalbaar.”
“Iedereen beseft dat ze een eigen verantwoordelijkheid hebben binnen de keten. De verantwoordelijkheid om het zo goed mogelijk dicht te timmeren. Je moet begrip hebben voor de eis om hoge beschikbaarheid, nu het publiek er zo van afhankelijk is.”
“Wij doen ook onze uiterste best, maar er is geen honderd procent garantie dat het niet een keer fout gaat. Kijk naar mobiel bankieren, daar zit de afgelopen jaren een groei in van duizend procent. De systemen groeien mee maar wel helaas met wat groeipijn.” 2017 – digitalisering van de overheid
“Vanaf 2017 willen we alle overheidsdiensten digitaliseren. Dat is een fikse uitdaging. Het is de bedoeling dat je als burger straks maar één keer je gegevens hoeft in te voeren. Het is niet de vraag of we dit kunnen halen maar hoe. Onze visie daarbij: niet elke burger is gelijk. Je hebt te maken met burgers die niet digitaal voldoende bekwaam zijn of er niet toe in staat zijn om alles online te regelen. Digitaal waar het kan, persoonlijk waar het moet.” Steenvoorden: “Om dit te realiseren moet het bedrijfsleven de politiek betrekken. Ketens van de overheid en het bedrijfsleven moeten elkaar helpen. Via het CIO-platform, de Nederlandse vereniging van eindverantwoordelijken voor ICT, lukt dat bij uitstek. We verbinden publieke en commerciële organisaties en leren hoe we elkaar kunnen versterken. ICT’ers zijn heel open naar elkaar, dat is één van de zaken waarom dit vak mij zo boeit.“
“Met Diginotar was de samenwerking heel erg goed tussen Den Haag, provincies, gemeenten, de waterschappen en bedrijfsleven via ICT Office en CIO platform. Er was geen CIO uit het bedrijfsleven die niet wilde meehelpen.” Steenvoorden: “Uiteraard, want het levert ook een win-win situatie op. Er is bij zo’n overleg weinig commerciële spanning tussen de verschillende bedrijven. Je hebt er juist baat bij om elkaar te helpen. Veiligheid is een uitstekend voorbeeld: we moeten daar met z’n allen stappen in maken. Daarom zit je met leveranciers, de wetenschap, de overheid maar ook partijen zoals de AIVD met elkaar samen.”
“In zo’n gesprek moet je met elkaar de ketenproblematiek van beide kanten aanpakken. Iedereen is een klein schakeltje in het geheel en daar is een stuk standaardisatie essentieel.”
“Daar kan ik nog wel eens over verbazen bij de overheid. Waarom bedenkt bijvoorbeeld elke gemeente zelf hoe ze gaan digitaliseren? Waarom is bij de ene gemeente de parkeervergunning weer anders geregeld? Als burger snap je dat niet, zeker niet als je op straat staat met je auto. Dan wil je meteen kunnen betalen.”
“Daar is een wereld te winnen. Wij werken nu onder andere samen met Het Kadaster, zodat grondroerders weten waar onze leidingen liggen. Met open data kunnen wij veel beter werken.”
“SURFnet (SURFnet is een Nederlandse organisatie die via een internetcomputernetwerk hogescholen, universiteiten, academische ziekenhuizen, onderzoeksinstituten en andere wetenschappelijke instellingen met elkaar laat communiceren, red.) is een goed voorbeeld van een geslaagde samenwerking op het gebied van ICT tussen universiteiten en ICTpartners.”
“Net als BIM (Bouwwerk Informatie Model, digitaal driedimensionaal gebouwmodel waarin alle gegevens ten behoeve van het ontwerp-, bouw- en beheerproces zijn geïntegreerd en waarmee door alle betrokken partijen in dat proces wordt gewerkt, red.), Die standaardisatie van de gegevens is voor alle partijen perfect. Alle data is dan compleet en kan door de keten heen stromen zonder al die bewerkingsslagen.”
“Ook het NCSC (National Cyber Security Centrum) is het schoolvoorbeeld van een nuttige publiek-private samenwerking. Het is niet altijd zichtbaar wat het centrum doet, maar op de achtergrond wordt er hard gewerkt. Een compliment verdient ook de samenwerking tussen bedrijfsleven en de Nederlandse douane, die volledig is gedigitaliseerd. Daardoor zijn er zo min mogelijk logistieke vertragingen en de administratieve lasten zo laag mogelijk.”